Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Lô ô bamboe 3

Ik heb nu een aantal hengels met Lô ô bamboe gemaakt, en ik moet zeggen dat het absoluut een waardig alternatief voor Tonkin is. Werpeigenschappen zijn niet beter, maar ook niet slechter. Stijfheid is iets minder, maar daar kan met taperaanpassingen eenvoudig voor gecompenseerd worden, zeker gezien het feit dat de power-fiber dichtheid vergelijkbaar is. De volumieke massa is lager dan van Tonkin, dus zelfs met taperaanpassing is een Lô ô hengel (iets) lichter dan een overeenkomstige Tonkinhengel. Het grootste voordeel van Lô ô ten opzichte van Tonkin zijn de veel langere internodiën - je kunt zonder moeite een knooploze 3-delige hengel zonder splices maken, omdat de strips uit een enkele internode daar lang genoeg voor zijn. Dat betekent ook dat deze strips, zonder knopen, spatrecht zijn na splijten, en richten feitelijk niet meer nodig is… Het eerste prototype heb ik inmiddels gedoneerd aan een goede kennis. Ik heb, naast een lange trage hengel (op verzoek) en een 7 voet driedelige he
Recente posts

Donatie

Net als vorig jaar heb ik ook dit jaar weer het maken van splitcane gedemonstreerd op de Open Dag Hout in Zutphen. DIt keer had ik een PH Young Perfectionist bedacht te maken tijdens deze open dag. Ik heb een hele dag staan splijten en schaven en had aan het eind van de dag, tussen alle praatjes en uitleg door, de 6 tipstrips for deze hengel af. Omdat ik tijdens zo’n beurs geen tijd en zin heb om de bamboe een hittebehandeling te geven (gesleep met de oven en een paar uur wachten die je niet productief kunt gebruiken) gebruik ik hier altijd sterk geflambeerd tonkin voor, dat door die hittebehandeling al gehard is. Bijkomend cosmetisch effect is dan dat de hengel niet blond maar donkerbruin wordt. Twee weken na de Open Dag Hout was de beurs van de KVVC, waar wij dit jaar voor het eerst als Contactgroep Splitcanebouwers een demonstratiestand hadden. Tijdens deze beurs heb ik de butt-strips voor deze hengel gemaakt. En ook weer veel gekletst en uitleg gegeven. We hadden met de organisatie

Nieuwe taper

Ik had een vraag naar een lange, wat tragere #4 vliegenhengel, in driedelige uitvoering. Aangezien mijn eigen tapers over het algemeen snel zijn en mijn wat meer progressieve hengels niet langer dan 8 voet zijn zat er niks anders op dan een paar prototypes te gaan bouwen. Ik begon met een 2-delige 9’ taper met een hol achterdeel. Die zette een #4 lijn wel mooi weg, maar was door zijn lengte, en de daarmee gepaard gaande dikte van het achterdeel zodanig zwaar in de hand, en traag geworden, dat ik hem als hengel om hele dagen mee te vissen niet geschikt vond. Als volgende stap tekende ik twee 3-delige tapers van 8’6”, de eerste gebaseerd op mijn originele tapers, maar dan minder snel, en met een uitgehold achterdeel, de tweede gebaseerd op een Paul Young model, met een minder steile tapering en dus een dunner achterdeel dat niet uitgehold hoefde te worden. De eerste taper werd berekend als een lichte #4 hengel, de tweede als een zware (omdat de top van deze taper dikker is) - maar omdat

Lồ ô bamboe 2

Afgelopen weken van mijn eerste paal Lồ ô een aantal bundels strips gespleten. Een bundel is omgetoverd tot knooploze strips voor een 2-delige hengel - met 1 splice per strip. Twee andere bundels zijn strips geworden voor 3-delige hengels - dus zonder splices: 1 hengel van 7’6” en 1 hengel van 8’6” of 9 voet (de internodiën van deze paal waren niet even lang). De 7’6” hengel is nu bijna klaar; het is een hengel naar mijn ‘Geul’-taper geworden, aangepast voor het 3-delig zijn, maar nog niet naar de eigenschappen van deze bamboe (om beter te kunnen vergelijken), afgezien van het gebruik van resorcinollijm om de delen te lijmen - resorcinol levert ietwat strakkere hengels op dan epoxy. De wikkelingen moeten nog afgewerkt en gelakt worden, dus ik heb er wel al even mee proefgeworpen in de achtertuin, maar nog niet mee gevist. Zodra de wikkelingen helemaal af zijn zal ik ‘m vissenderwijs eens goed aan de tand voelen en met mijn eigen ‘Geul’ van tonkin vergelijken. Ik laat dan weten wat mij

Lồ ô bamboe

Peer Doering-Arjes is een van de weinige overgebleven importeurs van hengelbamboe in de EU. Hij timmert aan de weg met het zoeken naar nieuwe bronnen voor bamboe, zoals Tonkin uit Vietnam (met langere internodiën dan tonkin uit China), en sinds kort ook een andere bamboesoort uit Vietnam, Lồ ô, een ‘reuzenbamboe’, met palen tot een diameter van 10-12 cm en internodiën van rap 90 cm. Na oriëntatie ter plaatse, technisch onderzoek naar de mechanische eigenschappen, en het laten maken van prototype hengels door een aantal gerenommeerde Europese bouwers heeft hij onlangs een eerste zending bamboepalen voor de verkoop laten komen. Omdat ik al ervaring had met andere reuzenbamboesoorten (zoals Guadua) en niet-standaard leveranciers van tonkin palen wou ik dit ook wel eens uitproberen. Ik heb dus (tijdens mijn vakantie) een bundel palen laten bezorgen - 10 palen van ca 9 cm diameter met 2 internodiën per paal. Voldoende om per paal zeker 2 hengels te maken, en met die lange internodiën zeer g

Schroedinger hengels in Noorwegen

Afgelopen juli waren wij weer in Noorwegen, voor onze traditionele zomervakantie in noord-Engerdal. De belangrijkste activiteiten hier zijn bergwandelen, fietsen, kanovaren en vissen, waarbij fietsen en vissen en kanovaren en vissen veelal gecombineerd worden. Gevist wordt er op de Sømåa, het Langsjøen meer, en in mindere mate op de Hola, Isterfossen, Gløta, Femundselva (=Trysilelva/Klara/Klaralven) en Tufsinga. Met uitzondering van de Tufsinga maken al deze wateren deel uit van hetzelfde afwateringsgebied; omdat de Tufsinga in het Femundmeer uitkomt maakt die wel ook deel uit van het afwateringsgebied van de Femundselva. Sinds ik in 2016 begon met splitcane hengelbouw zijn er altijd splitcane hengels meegegaan naar Noorwegen, en sinds 2020 neem ik ook geen plastic hengels meer mee. Ook dit jaar had ik weer een aantal bamboe hengels bij me, te weten 2x een Schroedinger Roer (8 voet #5/6 - twee verschillende bamboebronnen), een Gulp (7 voet #4/5 driedelig), een Geul (7’6” #4, niet gebru

Houten hengelkokers

Ik ben maar weer eens begonnen met het maken van houten (zeskantige) hengelkokers. In het verleden heb ik er twee gemaakt, beide voor presentatiedoeleinden - hengels die als cadeau werden weggegeven. Daarvoor had ik de latjes op de tafelzaag niet alleen op maat gezaagd (dikte, breedte), maar ook de zijden onder hoeken van 30 graden afgeschuind - om ze tot een zeskantige koker te verlijmen. Dat is met zulke lange, smalle latten, en met een zaag die niet heel nauwkeurig onder een hoek te stellen is een tamelijk onnauwkeurig proces. En hetzelfde gold voor het pas maken van de eindkappen - zeshoeken met een uitsparing zodat je ze _in_ de einden van de koker kunt lijmen. Het is uiteindelijk wel goed gekomen, maar dat moest een volgende keer toch echt beter. 30 graden kanten frezen bijvoorbeeld. En doppen niet uit de hand pas maken. Om zo’n lange smalle lat aan twee kanten nauwkeurig te frezen - uit de hand - moest er dus een mal gemaakt worden; eentje waar de latten zodanig in gefixeerd kun