Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit maart, 2021 tonen

Meer rekenwerk aan bamboe tapers

Na flink wat speur- en uitprobeerwerk heb ik nu ook, denk ik, een redelijke aanpak gevonden om, op basis van de actieberekening van een bamboe vliegenhengel ook de lijnklasse te ‘voorspellen’. Hierbij een voorbeeld van een driedelige ‘switch’ hengel, bedoeld voor de Grensmaas, met bamboebussen. De berekening houdt rekening met het effect van die bussen op de actie (vandaar die sprongen in de curves) en met de ‘actielengte’ van de hengel (hengel minus handvat). De berekening suggereert dat de hengel een AFTMA  6 en een half is; proefwerpen had al laten zien dat het in de hand, met een overheadworp een lichte #7 is.

Bindmachine gemotoriseerd

Ik had nog een naaimachinemotor liggen, die ik gebruik voor het opspoelen van wikkeldraad en getwijnde-leaderdraad, van grote industriële cones (10.000 meter spoelen) op vliegbindspoeltjes. Die heb ik nu tijdelijk gebruikt om mijn hengelbindmachine te motoriseren - een nieuwe naaimachinemotor is onderweg, maar ik moest toch eerst uitproberen of het werkt. De bindmachine is voorzien van een extra aandrijfwiel (je kan de snaren van het apparaat en de motor wel over hetzelfde wiel laten lopen maar dan komen de knopen in de snaren met elkaar in de knoop…) en de motor is scharnierend opgehangen, zodat het gewicht van de motor voor de benodigde snaarspanning zorgt. Ook zorgt die ophanging er voor dat de motor een beetje kan bewegen, nodig omdat ik er achter kwam dat de groef in het aandrijfwiel (dat ik nog had liggen van een vorige versie van een bindmachine) niet helemaal concentrisch is met het wiel… Maar - alles werkt, en ik ga straks mijn eerste blank wikkelen met mijn gemotoriseerde bin

Hengels in aanbouw en upgrade bindmachine

Onlangs kreeg ik vlak achter elkaar twee verzoeken voor het bouwen van een hengel - één voor een driedelige ‘Gulp’ en één voor een tweedelige Geul. Allebei AFTMA 4 hengels dus, met een klein verschil in lengte. Gelukkig had ik begin dit jaar al wat bamboe gespleten dus kon ik er meteen aan beginnen. Knopen uittikken, strips op lengte zagen (zodanig dat de knopen 2x2x2 verdeeld zijn en er voldoende ruimte overblijft om de bussen te maken), strips richten, knopen platdrukken, strips driekantig schaven, cuticula verwijderen en gladschuren. Volgende stap is het temperen. Daarvoor moeten de strips per hengeldeel bij elkaar gebonden worden. Da’s op zich geen probleem, maar ik ben bezig om mijn bindmachine van een motortje te voorzien, zodat ik de blanks straks met 2 handen door kan voeren (nu moet ik met 1 hand aan het apparaat draaien en de blank met de andere hand doorvoeren - da’s bij het binden voor temperen niet zo’n probleem, bij het lijmbinden echter wel. Bouw ligt nu dus even stil to

Onderhanden 3

Ik had jullie nog foto’s beloofd van de driedelige Gulp (7’ PP-taper voor een #4/5) met Torzite eenpootsogen - die zoveel gladder zijn dan standaard SiC-ogen. Hier zijn ze dan:          

Enkele aspecten van het maken van een 3-strengs getwijnde leader

Getwijnde leaders zijn de beste uitvinding van de laatste 30 jaar, die al 400 jaar bestaan ;-). Ze zijn commercieel verkrijgbaar, maar veelal van twijfelachtige kwaliteit - en een getwijnde leader is typisch iets dat een vliegvisser zelf zou moeten en kunnen maken - net als zijn of haar vliegen. Er is de laatste jaren veel vooruitgang geboekt op het gebied van ‘theorie’ over en ‘gereedschap’ voor het maken van getwijnde leaders sinds ik mijn eerste leader maakte, ergens in 1990, en er een stukkie over schreef op https://globalflyfisher.com . Veruit de meeste getwijnde leaders worden uit 2 strengen gemaakt - omdat dat een heel stuk eenvoudiger en sneller is dan de theoretisch betere optie om ze uit 3 (of nog meer) strengen te maken, zeker als je een leader opbouwt uit een enkele ononderbroken draad materiaal. 3-strengs leaders zijn ‘ronder’, gladder, en ‘steviger’ dan 2 strengs. Of dat in de praktijk heel veel uitmaakt is een vraag apart. Ik heb nu echter een aanpak uitgedokterd die vri

Berekenen van de actie van een hengel (2)

Omdat ik onlangs mijn berekende ogenverdeling moest ‘verdedigen’ heb ik maar eens een vergelijking gemaakt tussen berekende en proefondervindelijke buiging, voor de taper van een 8 voet #3/4 hengel van gevlamde bamboe (de ‘Eyserbeek’). De berekende buiging ziet er zo uit: De hengel buigt, belast met 90 gram, zo:   en met de berekende oogposities volgt de lijn de hengel zo:   De buiging en belasting komen behoorlijk overeen, en de ogenverdeling lijkt ook prima… Ik blijf het dus zo doen.

Berekenen van de actie van een hengel

Een tijdje geleden heb ik me verdiept in het berekenen van de actie (buiging) van een (bamboe)hengel, onder andere om zo een betere ogenverdeling te kunnen berekenen - dus niet een standaard geometrische reeks (spacing tabel) maar een verdeling gebaseerd op de buiging. Maar dan niet proefondervindelijk. Zo’n berekening kun je alleen maar doen als je de stijfheid van het materiaal kent. Voor bamboe kun je dat dus doen - niet zozeer omdat de stijfheid bekend is, maar wel omdat die voor een enkele paal niet heel erg varieert. Dan is de berekening alleen een functie van de feitelijke taper. Voor een fabriekshengel van glas- of koolstofvezel is dat ook afhankelijk van de gebruikte vezels en hoe ze in de hengel verwerkt zijn. En omdat fabrikanten, zeker bij koolstofvezel, vaak verschillende materialen combineren en ook spelen met de wanddikte - allemaal zaken die je als eindgebruiker niet kunt zien - zul je bij het afmonteren van een fabrieksblank van plastic toch het buisbord erbij moeten h