Onlangs kreeg ik een verzoek om een splitcane hengel te maken voor het vissen op forel op de Schotse Tweed. De bovenloop van deze zalmrivier bevat een interessante populatie grote forel en vlagzalm en kent ook een zeeforeltrek, en de hengel wordt dan ook een 8’ #5/6 hengel - een Schroedinger Roer, tweedelig, uitgevoerd in Tonkin bamboe. De hengel is inmiddels afgemonteerd, met een sigaarvormig kurken handvat, een downlocking molenvoet en Berylliumbrons ogen (plus een carbide startoog en een verchroomd topoog). Als de custom signatuur is vastgesteld en de wikkelingen goed gelakt zijn kan het foedraal gemaakt worden en de hengel opgestuurd… Foto’s volgen
Ik heb nu een aantal hengels met Lô ô bamboe gemaakt, en ik moet zeggen dat het absoluut een waardig alternatief voor Tonkin is. Werpeigenschappen zijn niet beter, maar ook niet slechter. Stijfheid is iets minder, maar daar kan met taperaanpassingen eenvoudig voor gecompenseerd worden, zeker gezien het feit dat de power-fiber dichtheid vergelijkbaar is. De volumieke massa is lager dan van Tonkin, dus zelfs met taperaanpassing is een Lô ô hengel (iets) lichter dan een overeenkomstige Tonkinhengel. Het grootste voordeel van Lô ô ten opzichte van Tonkin zijn de veel langere internodiën - je kunt zonder moeite een knooploze 3-delige hengel zonder splices maken, omdat de strips uit een enkele internode daar lang genoeg voor zijn. Dat betekent ook dat deze strips, zonder knopen, spatrecht zijn na splijten, en richten feitelijk niet meer nodig is… Het eerste prototype heb ik inmiddels gedoneerd aan een goede kennis. Ik heb, naast een lange trage hengel (op verzoek) en een 7 voet driedelige he