Doorgaan naar hoofdcontent

En weer een upgrade van de binder

De uitvoering van mijn 4-string binder - bamboewikkelmachine - is een beetje jury-rigged (zoek dat op, zou ik zeggen ;-) ) - één van de punten die voor verbetering vatbaar is (was, moet ik zeggen) is de manier waarop de draadspanning van de afzonderlijke draden ingesteld wordt - met een frictiesysteem op de houten spoeltjes op basis van carrosserieringen, vleugelmoeren en veertjes. Dat maakt het zuiver instellen, en snel verstellen, van de spanning niet eenvoudig.

Nu had ik een tijdje geleden de binder al geüpgraded van 120 denier naar 240 denier garen - mijn draad brak net te vaak tijdens het wikkelen om nog leuk te zijn; de draad breekt vrijwel altijd als er ergens anders iets niet helemaal goed gaat - de draad blijft ergens achter hangen, of het spoeltje wil even niet draaien. Daar heb ik nu veel minder last van. Daarnaast was ook de manier waarop ik het garen op de klosjes spoel voor verbetering vatbaar - de spanning waarmee ik opspoelde (door de draad tussen een samengevouwen lapje leer te laten lopen dat ik met de hand vasthoud) was niet genoeg om het strak op te spoelen, en het kwam dus regelmatig voor dat de uitgaande draad op een klosje in de onderliggende laag garen getrokken werd en derhalve helemaal vastliep. In het ergste geval moest ik dan zo’n klos helemaal leegmaken en opnieuw garen opspoelen.

Ik heb nu een naaimachinedraadspanner aan het opspoelsysteem toegevoegd waarmee ik de spanning wel goed kan regelen, en het garen strak op de klosjes spoel. Die draadspanners kosten bij Ome Ali drie keer niks dus ik bestelde er gelijk een doos vol van. 4 daarvan heb ik nu ook gebruikt om het draadspanningsdeel van de wikkelmachine te upgraden. Daarvoor moest ik ook een van de twee wikkelschijven vervangen - de oude was niet groot genoeg om de extra hardware zinvol te plaatsen. De nieuwe versie ziet er zo uit:



 

en werkt naar behoren.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Vliegendozen

Afgelopen weken bezig geweest met het ‘ontwerpen’ en maken van vliegendozen uit kersenhout. Het ‘ontwerpen’ betekent hier voornamelijk het optimaliseren van de aanpak en werkwijze, en de details van de verbindingen - het overal ‘design’ is betrekkelijk traditioneel: een doosje met een deksel dat strak over een binnenrand van ‘fineer’ past, en een vakindeling van datzelfde ‘fineer’. Het kostte me ongeveer 5 pogingen (niet helemaal, want nummer drie werd een doosje met een ander soort deksel) om een doosje te maken waar ik qua bouwplan, werkwijze, én uitvoering tevreden over ben (voor verschillende details en onderdelen zijn tot wel 3 afzonderlijke werkwijzen uitgeprobeerd, zoals het onder verstek zagen van de wandjes en fineer, of het op maat maken van de fineer-inserts). Enfin, dit doosje, het vijfde, gaat het worden. Voor eigen gebruik is het deksel verluchtigd met een lasergegraveerde Haida-forel, en de onderkant met een kaartje van het stroomgebied van de Geul. Elk ander dessin, mit...

Update hollowing jig

 Some time ago I showed my hollowing jig for (female) bamboo ferrules. That version consisted of a small slab of wood with a groove, the depth of which defines the resultant wall thickness, and a spokeshave to remove material from the inside of a strip, down to the desired wall thickness. While functional, that small jig wasn't completely satisfactory, for a number of reasons. In addition, the (unmodified) spokeshaves were less than totally satisfactory, as they kept digging into the surface of the jig when reaching the final wall thickness. So I updated my hollowing jig, making it from a large, heavy slab of well seasoned European oak (from a 50 year old discarded table, sawn to length and planed to thickness (using a large workshop jointer and a lunchbox thickness planer). I made a number of grooves with a plunge router, of different depth (wall thickness) - on one side for general hollowing (wall thicknesses roughly between 2 and 3 mm), and for female ferrule hollowing on the ot...

Waara V-block

I usually check my strips for dimension (both correspondence to the design thickness from the taper plan and consistency flat to flat) by carefully taking measurements with a digital caliper. I know that this is less than accurate, since the apex, which is always one of the reference ‘sides’, is very easily crushed, resulting in an undersize reading (the actual crushing of the apex itself is not so much a problem). There are better, more accurate ways, to measure dimensions of a (equilateral) triangular strip. The most common approach among bamboo rod makers is to use a so-called Waara v-block, named for the rod maker (and machinist and inventor) who popularised it and manufactured them for sale. The principle behind it is that you put a strip in a 60 degree v-groove in a block that has a cutout for a pair of calipers, supporting the apex side of the strip with the groove, rather than by its apex alone, and measuring the thickness of the strip-plus-block. If you know what the net thick...