Ik ben maar weer eens begonnen met het maken van houten (zeskantige) hengelkokers. In het verleden heb ik er twee gemaakt, beide voor presentatiedoeleinden - hengels die als cadeau werden weggegeven. Daarvoor had ik de latjes op de tafelzaag niet alleen op maat gezaagd (dikte, breedte), maar ook de zijden onder hoeken van 30 graden afgeschuind - om ze tot een zeskantige koker te verlijmen. Dat is met zulke lange, smalle latten, en met een zaag die niet heel nauwkeurig onder een hoek te stellen is een tamelijk onnauwkeurig proces. En hetzelfde gold voor het pas maken van de eindkappen - zeshoeken met een uitsparing zodat je ze _in_ de einden van de koker kunt lijmen. Het is uiteindelijk wel goed gekomen, maar dat moest een volgende keer toch echt beter.
30 graden kanten frezen bijvoorbeeld. En doppen niet uit de hand pas maken.
Om zo’n lange smalle lat aan twee kanten nauwkeurig te frezen - uit de hand - moest er dus een mal gemaakt worden; eentje waar de latten zodanig in gefixeerd kunnen worden dat je de frees er heel precies langs kunt halen:
De latten worden met DIY tweezijdig tape gefixeerd - schilderstape tegen de lat, schilderstape in de mal, en CA lijm ertussen. Na frezen kun je voorzichtig de lat van de dubbele tape aflichten en de volgende er op plakken. Als je voorzichtig freest maak je in 1 keer zes strips (12 freesgangen) die meteen goed passen.
Omdat het hout nog wat defecten had kon ik geen koker van de volle lengte maken en moest er een dop op lengte gemaakt worden, die met een binnenkoker op de hoofdkoker geschoven wordt:
Om die binnenkoker te maken frees ik korte latjes met een andere lijmmal op de Woodrat:
En de doppen worden op maat gezaagd, en ‘undercut’ met behulp van 2 jigs voor op de zaagtafel zoals voorgesteld door Wayne Cattanach, in zijn ‘Handcrafting Bamboo Fly Rods’:
En dan krijg je uiteindelijk een koker die er zo uitziet:
Reacties
Een reactie posten